Het zesde gebod: GIJ ZULT NIET ECHTBREKEN!

Alleen al het feit dat er nog een gebod is, dat luidt: “Gij zult niet begeren de vrouw van uw naaste!” laat al zien, hoe weinig met dit zesde gebod bedoeld is wat de aardse wet daarover bepaalt.

In plaats van “Gij zult niet echtbreken” kan men ook zeggen: “U mag niet de vrede van een huwelijk verbreken!” Met vrede is natuurlijk ook harmonie bedoeld. Dat geeft tegelijkertijd aan hoe een huwelijk eigenlijk moet zijn, want waar niets te breken of te verstoren valt, is ook het gebod niet van toepassing, dat zich niet naar aardse opvattingen en bepalingen richt, maar naar de goddelijke Wil.

Van een huwelijk is dus alleen daar sprake, waar harmonie en vrede heersen als iets vanzelfsprekends. Waar de één altijd alleen maar probeert voor de ander te leven en deze blij te maken. Eenzijdigheid en de zo vaak tot verkeerde wegen verleidende, dodende verveling zijn daar bij voorbaat volledig en voor altijd uitgesloten, evenals het gevaarlijke verlangen naar afleiding of de inbeelding niet begrepen te worden! De moordwerktuigen voor elk geluk!

Juist deze kwalijke dingen kunnen in het geheel niet opkomen in een goed huwelijk waarin de één werkelijk voor de ander leeft, omdat het gevoel niet begrepen te worden en ook het verlangen naar afleiding uitsluitend de gevolgen zijn van een uitgesproken zelfzucht, waarbij men erop uit is alleen voor zichzelf te leven en niet voor de ander!

Bij werkelijke liefde van de ziel daarentegen is het wederzijdse blije opgeven van zichzelf iets heel vanzelfsprekends, en daarbij is ook in wisselwerking een tekortkomen van één van beiden volledig uitgesloten. Vooropgesteld, dat ook de ontwikkelingsgraad van degenen die zich verbinden, geen te grote kloof vertoont!

Dat is een voorwaarde die wordt gesteld door de wet van de aantrekking van het gelijkgeaarde in het grote heelal; een wet die vervuld moet worden, wil het geluk volledig zijn.

Waar evenwel geen vrede, geen harmonie te vinden is, verdient het huwelijk niet, huwelijk te worden genoemd; want dit is het dan ook niet, maar slechts een aardse verbintenis die als zodanig voor God geen waarde heeft en daarom ook geen zegen kan brengen in die zin, zoals deze bij een waar huwelijk te verwachten is.

Bij het zesde gebod is dus een werkelijk huwelijk volgens de wil van God voorwaarde! Een ander huwelijk is niet beschermd. Maar wee degene die een waar huwelijk op de een of andere wijze waagt te verstoren! Want de triomf die hij hier op aarde daarmee meent te hebben behaald, wacht hem fijnstoffelijk in heel andere gedaante! Vol ontzetting zou hij daarvoor willen vluchten, wanneer hij moet overgaan naar het rijk waar de gevolgen van zijn daden hem opwachten.

Echtbreuk in de meest vèrstrekkende betekenis is het zelfs, wanneer men probeert twee zielen die elkaar werkelijk liefhebben, te scheiden, zoals ouders vaak doen, wanneer de een of andere aardse omstandigheid daarbij niet naar hun wens is!

En wee ook de vrouw, wee een man, jong of oud, die uit afgunst of met geflirt bewust onvrede of zelfs een breuk veroorzaakt bij een dergelijk paar!

De zuivere liefde tussen twee mensen moet voor iedereen iets heiligs zijn, moet hem eerbied en achting inboezemen, maar geen begeerte! Want deze liefde staat onder de bescherming van de Wil van God!

Als een gevoel van een dergelijk onzuiver begeren probeert op te komen, dan wende de mens zich af en zoeke met heldere blik uitsluitend onder die mensen, die zich innerlijk nog bij niemand hebben aangesloten.

Zoekt hij met ernst en geduld, dan zal hij beslist ook iemand vinden die bij hem past op de door God gewilde wijze, met wie hij dan ook gelukkig wordt zonder eerst een schuld op zich te laden, die nooit tot blijvend geluk kan leiden!

De grote fout van deze mensen is alleen vaak, dat ze zich laten meeslepen door een in het begin altijd zwakke gevoelsdrang, deze krampachtig vasthouden en aankweken met gekunstelde fantasieën, totdat hij zo sterk wordt dat hij hen geheel in beslag neemt en pijnigend ook tot de zonde drijft!

Duizenden mensengeesten zouden niet verloren hoeven te gaan, wanneer ze daarbij maar altijd op het begin wilden letten, dat – waar dit niet ontstond uit verstandelijke berekening – uitsluitend voortkomt uit mensonwaardig geflirt, dat wederom zijn oorsprong heeft in verderfelijke gebruiken van het aardse gezinsleven en bovenal van het maatschappelijke leven. Juist deze zijn immers vaak zuivere huwelijksmarkten, niet beter dan de openlijke slavenhandel in de Oriënt! Daarin ligt een broedplaats van kiemen voor echtbreuk.

Ouders, hoed u ervoor dat u niet de schuld van echtbreuk bij uw kinderen op u laadt uit te verstandelijke berekening! Ontelbaren zijn daarin al verstrikt geraakt! Er is veel voor nodig om zich daarvan weer los te maken!

En kinderen, wees voortaan voorzichtig, dat u geen verstoorders van de vrede tussen uw ouders wordt, anders bent ook u schuldig aan echtbreuk! Bedenk dit goed. U maakt zich anders tot vijand van uw God, en van zulke vijanden is er niet één, die niet tenslotte onder onuitsprekelijke kwellingen aan de vernietiging ten prooi moet vallen, zonder dat God een vinger daarvoor uitsteekt!

U mag de vrede en de harmonie tussen twee mensen nooit verstoren. Prent u dit goed in, opdat het uw ziel steeds als waarschuwing voor ogen staat.