Het tiende gebod: GIJ ZULT NIET BEGEREN HET HUIS VAN UW NAASTE, NOCH ZIJN HOF, NOCH ZIJN VEE EN ALLES, WAT VAN HEM IS!

Wie door eerlijke arbeid en eerlijke handel winst tracht te maken, kan gerust bij de grote afrekening het afroepen van dit gebod tegemoet zien, want het zal aan hem voorbijgaan zonder hem te treffen. Eigenlijk is het zo gemakkelijk alle geboden na te leven, en toch … kijk eens goed naar alle mensen, dan zult u spoedig tot het inzicht komen, dat ook dit voor de mensen eigenlijk heel vanzelfsprekende naleven van het gebod niet of maar zeer zelden gebeurt, en dan niet met vreugde maar slechts met veel moeite.

Als een niet te stillen verlangen raast het over alle mensen, of ze nu blank, geel, bruin, zwart of rood zijn, hun medemens te benijden om datgene wat zij zelf niet bezitten. Nog beter uitgedrukt: hem om alles te benijden! In deze afgunst ligt ook reeds het verboden begeren. De overtreding van het gebod is daarmee al een feit en wordt tot wortel van veel kwaad, dat de mens snel ten val brengt, een val waarvan hij vaak nooit meer overeind komt.

De doorsneemens waardeert zonderling genoeg zelden datgene wat hij zijn eigendom noemt, maar altijd alleen dat wat hij nog niet bezit. Het duister strooide ijverig de begeerte uit, en helaas al te gewillig leenden de mensenzielen zich ertoe om de meest vruchtbare bodem te bereiden voor het treurige zaad.

Zo werd mettertijd bij het grootste deel van de mensheid het begeren van andermans bezit bepalend voor al het doen en laten. Te beginnen met het eenvoudige wensen, via sluwheid en overredingskunst oplopend tot grenzeloze afgunst in voortdurende ontevredenheid en tot blinde haat.

Elke weg ter bevrediging hiervan werd nog net als geoorloofd gezien, wanneer deze niet al te openlijk tegen de aardse wet inging. Op het gebod van God werd bij de toenemende zucht naar gewin geen acht geslagen! Iedereen meende werkelijk achtenswaardig te zijn, zolang hij door het aardse gerecht niet ter verantwoording werd geroepen. Het kostte hem ook niet veel moeite dit te vermijden, want hij wendde de grootste voorzichtigheid en de uiterste spitsvondigheid van zijn verstand aan wanneer hij van plan was zijn medemensen op niets ontziende wijze te benadelen, zodra dit nodig was om zich op een goedkope manier een of ander voordeel te verschaffen.

Hij dacht er niet aan, dat juist dit hem in werkelijkheid veel duurder komt te staan dan wat alle aardse middelen hem kunnen opleveren! De zogenaamde spitsvondigheid werd troef! Spitsvondigheid volgens de tegenwoordige begrippen is evenwel op zichzelf niets anders dan het toppunt van sluwheid of een nog sterkere vorm daarvan. Het blijft alleen merkwaardig, dat iedereen een sluw mens met wantrouwen bejegent, maar een spitsvondig mens met achting! De algemene basisinstelling is de oorzaak van deze ongerijmdheid.

De sluwe mens is een stumper in de kunst van het bevredigen van zijn begeerte, terwijl spitsvondige mensen daarin meesters zijn. Een stumper kan wat hij wil niet mooi inkleden en oogst daarom alleen maar meewarige minachting. Maar voor iemand die dit wel goed kan, welt in zielen die dezelfde neiging koesteren, de meest afgunstige bewondering op!

Ook hierin afgunst, omdat bij de innerlijke toestand van de tegenwoordige mensheid zelfs bewondering voor de gelijke geaardheid niet zonder afgunst kan zijn. De mensen kennen deze sterke drijfveer achter de vele misstanden niet, ze weten helemaal niet meer, dat deze afgunst tegenwoordig in velerlei gedaante hun hele denken en doen beheerst en leidt! Hij zetelt zowel in ieder mens afzonderlijk als in hele volkeren, bestuurt de staten, doet de oorlogen ontstaan alsook de partijen, en eeuwige twist daar waar ook maar twee personen iets te bespreken hebben!

Waar blijft gehoorzaamheid aan het tiende gebod van God, zou men de staten waarschuwend willen toeroepen! In de meest onbarmhartige hebzucht streeft elke aardse staat alleen maar naar het bezit van de andere! Ze schrikken daarbij niet terug voor moord, ook niet voor massamoord, niet voor het tot slavernij brengen van hele volkeren, alleen om daarmee aan hun eigen grootheid bij te dragen. De mooie uitspraken over zelfbehoud of zelfbescherming zijn slechts uitvluchten, omdat zij zelf duidelijk voelen dat zij iets moeten zeggen om deze verschrikkelijke misdaden tegen de geboden van God enigszins af te zwakken, te verontschuldigen!

Het helpt hen evenwel niets, want onverbiddelijk is de stift, die het niet in acht nemen van de goddelijke geboden in het boek van het wereldgebeuren grift, onverbrekelijk zijn de karmadraden die zich daarbij aan iedere enkeling vastknopen, zodat ook niet de kleinste opwelling in zijn denken en handelen onafgelost verloren kan gaan!

Wie al deze draden kan overzien, ziet, welk een vreselijk gericht daardoor nu werd opgeroepen! Verwarring en ineenstorting van wat tot dusver werd opgebouwd zijn alleen maar de eerste lichte gevolgen van deze meest smadelijke van alle schofferingen van het tiende gebod van God! Niemand kan u genadig zijn, zodra de gehele uitwerking nu steeds heviger over u begint los te barsten. U hebt het niet anders verdiend. Daarmee komt alleen maar datgene wat u over uzelf afdwong!

Ruk het onzuivere begeren volledig uit uw ziel! Bedenk, dat ook een staat slechts is samengesteld uit enkelingen! Onthoud u van alle afgunst en haat tegen die mensen, die volgens uw mening veel meer bezitten dan uzelf! Dat heeft immers zijn reden! Dat u echter niet in staat bent de reden in te zien, daarvoor draagt u alleen de hele schuld, doordat u zich vrijwillig de reusachtige en door God niet gewilde beperking van uw begripsvermogen hebt opgelegd, die als gevolg van uw onzalige slaafse onderwerping aan het verstand aan de dag moet treden!

Wie in het nieuwe Godsrijk hier op aarde niet tevreden wil zijn met de plaats die hem is gegeven door de uitwerking van zijn eigen, door hem gevormde karmadraden, die is het ook niet waard daarin te leven! Niet waard dat hem daarmee gelegenheid wordt gegeven, aan hem hangende oude schuldenlasten naar verhouding gemakkelijk af te lossen en tegelijkertijd geestelijk nog te rijpen, teneinde de weg omhoog te vinden naar het vaderland van alle vrije geesten, daar waar alleen licht en vreugde heersen!

Onverbiddelijk zal in de toekomst nu elke ontevredene worden weggevaagd als onbruikbare verstoorder van de uiteindelijk gewilde vrede, als beletsel voor de gezonde weg omhoog! Is er echter nog een goede kiem in hem, die een sterke waarborg geeft voor spoedige ommekeer, dan zal hij tot het inzicht komen van de onvoorwaardelijke juistheid van de wijze Wil van God, juistheid ook voor hem, die tot dusver alleen uit kortzichtigheid van zijn ziel en uit zelfgewilde domheid niet kon inzien, dat het bed waarin hij nu op aarde ligt, alleen door hem voor zichzelf werd vervaardigd als onvoorwaardelijk gevolg van zijn gehele bestaan tot dusver, van verscheidene levens in het generzijdse en ook op aarde, en dat het niet blinde willekeur van een toeval is!

Hij zal daarbij eindelijk inzien, dat hij voor zichzelf juist dat en alleen dat nodig heeft wat hij beleeft en waar hij staat, ook de omstandigheden waarin hij werd geboren met alles wat daarbij komt!

Werkt hij ijverig aan zichzelf, dan zal hij behalve geestelijk ook nog aards vooruitkomen. Wil hij echter voor zichzelf koppig een andere weg afdwingen, niets ontziend en tot schade van zijn medemensen, dan kan hem dit nooit werkelijk voordeel brengen.

Het wordt een harde worsteling voor de mensenzielen, voordat ze zich van de tot gewoonte geworden overtredingen van het tiende gebod van God kunnen losmaken, dat wil zeggen: zich in dit opzicht veranderen, om eindelijk ook werkelijk daarnaar te leven in denken, spreken en handelen! Maar al degenen die daartoe niet in staat zijn, wacht lijden en vernietiging hier op aarde en in het generzijdse!