Het negende gebod: GIJ ZULT NIET BEGEREN DE VROUW VAN UW NAASTE!

Dit gebod is streng en duidelijk rechtstreeks tegen de lichamelijk-dierlijke driften gericht, die de mens … helaas … vaak maar al te zeer laat opkomen, zodra hem daartoe gelegenheid wordt geboden!

Daarmee hebben we ook direct het kernpunt aangeroerd, dat de grootste valstrik vormt voor de mensen, waartegen ze het bijna allemaal afleggen, zodra ze er maar mee in aanraking komen: de gelegenheid!

De drift wordt uitsluitend opgewekt en geleid door de gedachten! De mens kan heel gemakkelijk bij zichzelf waarnemen, dat de drift niet opkomt, niet kan opkomen, wanneer de gedachten daartoe ontbreken! Hij is daarvan volledig afhankelijk! Zonder uitzondering!

Zeg niet dat ook de tastzin drift kan opwekken, want dat is onjuist. Dat is maar een illusie. De tastzin wekt alleen de gedachte op en deze dan de drift! En om gedachten daarvoor op te wekken is de zich voordoende gelegenheid het allersterkste hulpmiddel, dat de mensen moeten vrezen!

Om deze reden is het dan ook de grootste afweer en de grootste bescherming voor alle mensen van beide geslachten, wanneer de gelegenheid daartoe wordt vermeden! Het is het reddingsanker in de tegenwoordige nood, totdat de gehele mensheid innerlijk zo sterk zal zijn geworden, dat deze als gezonde vanzelfsprekendheid in staat is de haard van zijn gedachten rein te houden. Dan is een overtreden van dit gebod beslist uitgesloten.

Voor die tijd moeten nog vele stormen reinigend over de mensheid jagen, maar dit anker houdt, wanneer iedereen die naar het goede streeft er strikt voor zorgt, nooit gelegenheid te geven tot het verleidend alleen-zijn van twee personen van verschillend geslacht!

Dat prente ieder zich met vlammende letters in, want het is niet zo gemakkelijk zijn ziel weer van de overtreding te bevrijden, omdat daarbij ook de andere persoon betrokken is! En tot gelijktijdig omhoogstijgen bestaat maar zelden een mogelijkheid.

“Gij zult niet begeren de vrouw van uw naaste!” Daarmee is niet uitsluitend een gehuwde vrouw bedoeld, maar het vrouwelijk geslacht in het algemeen! Dus ook de dochters! En omdat duidelijk gezegd wordt: “Gij zult niet begeren!” is uitsluitend de lichamelijke drift bedoeld, niet een eerlijk naar iemands hand dingen!

Van een misvatting kan bij deze duidelijke woorden geen sprake zijn. Het gaat hier om de strenge goddelijke wet tegen verleiding of verkrachting, alsook om de bezoedeling door de gedachten van een heimelijk begeren! Reeds dit laatste, als het uitgangspunt van het volledige kwaad van een daad, is overtreding van het gebod, dat de straf door een karma tot gevolg heeft, wat onontkoombaar op de een of andere wijze tot uitwerking moet komen voordat de ziel daarvan weer vrij kan zijn.

Soms is dit door de mensen ten onrechte als kleinigheid beschouwde gebeuren zelfs beslissend voor de aard van de eerstvolgende incarnering op de aarde of voor zijn toekomstig lot in dit aardse leven. Vat dus de macht van de gedachten niet te licht op, die natuurlijk door de verantwoordelijkheid in gelijke mate op de voet wordt gevolgd! U bent aansprakelijk voor het geringste lichtvaardige denken, want dit richt in de fijnstoffelijke wereld al schade aan. Die wereld, waarin u na dit aardse leven terecht komt.

Komt het van het begeren echter zelfs tot een verleiding, dus tot een grofstoffelijke daad, vrees dan de vergelding, wanneer u dit op aarde niet meer aan lichaam en ziel kunt goedmaken!

Of nu de verleiding vleiend of als strenge eis plaatsvond, en al is daardoor ook tenslotte nog een inwilliging van de zijde van de vrouw verkregen, de wisselwerking laat zich daardoor niet van de wijs brengen; hij is al in gang gezet bij het begeren, en alle spitsvondigheid, alle handigheden maken het alleen maar erger. De uiteindelijke inwilliging heft hem dan niet op!

Wees dus op uw hoede, mijd elke gelegenheid en ga daar niet zorgeloos mee om! Houd in de eerste plaats de haard van uw gedachten rein! Dan zult u dit gebod nooit schenden!

Ook geldt het niet als verontschuldiging, wanneer iemand zichzelf voorspiegelt dat de waarschijnlijkheid van een huwelijk heeft bestaan! Want die gedachte zou pas echt de grofste onwaarheid zijn.

Een huwelijk zonder liefde van de ziel is voor God niet geldig. Liefde van de ziel echter blijft de beste bescherming tegen de overtreding van het gebod, omdat iemand die werkelijk liefheeft, voor de geliefde ander altijd alleen het beste wil en dus nooit onreine wensen of eisen kan hebben, waartegen het gebod zich in de eerste plaats richt!