De eerste stap

Laat mijn Woord in u tot leven komen, want dat alleen kan zo voor u van nut zijn als nodig is om uw geest te laten opstijgen naar de lichte hoogten van Gods eeuwige tuinen.

Het baat u niets, te weten van het Woord! En ook al zou u mijn gehele Boodschap woord voor woord uit het hoofd kunnen opzeggen om uzelf en uw medemensen daarmee te onderrichten … het helpt u niets wanneer u niet daarnaar handelt, in de zin van mijn Woord denkt en uw gehele leven op aarde ernaar richt als iets vanzelfsprekends wat een deel van uzelf is geworden, iets wat niet van u te scheiden is. Alleen dan kunt u uit mijn Boodschap de eeuwige waarden putten, die er voor u in besloten liggen.

“Aan hun werken zult u hen herkennen!” Dit gezegde van Christus geldt in de eerste plaats voor alle lezers van mijn Boodschap! Aan hun werken betekent: in hun gedrag, dus hun denken en doen in het dagelijks leven op aarde! Bij dit doen hoort ook uw spreken, niet alleen uw handelen, want het spreken is een handelen, dat u tot dusver in zijn uitwerking hebt onderschat. Zelfs de gedachten horen al daarbij.

De mensen zijn gewend te zeggen, dat gedachten ‘tolvrij’ zijn. Daarmee willen zij aanduiden, dat zij over hun gedachten hier op aarde geen rekenschap hoeven af te leggen, omdat deze zich op een niveau afspelen dat voor mensenhanden onbereikbaar is.

Daarom spelen zij vaak op de meest lichtvaardige wijze met gedachten, of beter gezegd, zij spelen in gedachten. Helaas dikwijls een zeer gevaarlijk spel, in de lichtvaardige waan, dat zij zonder schade op te lopen daarvan af kunnen komen.

Daarin vergissen zij zich echter, want ook gedachten behoren tot het grofstoffelijke en moeten in ieder geval ook daar afgelost worden, voordat een geest in staat is zich vrij te verheffen, zodra hij de verbinding met het aardse lichaam heeft verbroken.

Probeer daarom al met uw gedachten steeds in de zin van mijn Boodschap te leven, zo, dat u alleen het edele wilt en niet afdaalt naar lagere gebieden, omdat u zich inbeeldt, dat immers niemand het kan zien of horen.

Gedachten, woorden en de uiterlijk zichtbare daad behoren alle tot het grofstoffelijke rijk van deze schepping!

De gedachten zijn werkzaam in het fijne grofstoffelijke, woorden in het middelzware en de uiterlijk zichtbare handelingen krijgen vorm in het grofste, dus dichtste grofstoffelijke. Grofstoffelijk zijn deze drie soorten van uw handelen!

Maar de vormen van alle drie zijn nauw met elkaar verbonden, hun uitwerkingen grijpen in elkaar. Wat dat voor u betekent, hoe ingrijpend en vaak beslissend dit zich uitwerkt in de loop van uw bestaan, kunt u op het eerste gezicht niet volledig beseffen.

Het wil niets anders zeggen dan dat ook een gedachte, volgens haar aard nog zelfstandig verder doorwerkend, iets van een gelijke geaardheid in het middelzware stoffelijke gebied kan versterken en daardoor tot krachtiger vormen kan brengen, waaruit op dezelfde manier daaruit voortvloeiend – aldus versterkt weer doorwerkend – een zichtbaar tot uiting komende vorm in het grofste stoffelijke ontstaat, zonder dat u daarbij zelf direct betrokken lijkt te zijn.

Het is onthutsend dit te weten, wanneer men de lichtvaardigheid en zorgeloosheid in het denken van deze aardemensen kent.

U bent daardoor, zonder het te weten, betrokken bij menige daad die één van uw medemensen verricht, alleen maar omdat deze op de u zojuist door mij uitgelegde wijze de versterking ontving, die hem ertoe wist aan te zetten, iets in het grofste stoffelijke ten uitvoer te brengen, dat tot dusver in hem sluimerde en waarmee hij voordien steeds alleen in gedachten speelde.

Zo staat menig aardemens heel vaak misprijzend tegenover een of andere daad van één van zijn medemensen, die hij hevig verontwaardigd verwerpt en veroordeelt, terwijl hij daarvoor volgens de eeuwige wetten van God medeverantwoordelijk is! Het kan daarbij gaan om een hem geheel onbekende persoon en om een daad, die hij zelf nooit in het grofste stoffelijke ten uitvoer zou hebben gebracht.

Denkt u zich dergelijke voorvallen eens in, dan zult u pas goed begrijpen, dat ik u in mijn Boodschap toeroep: “Houd de haard van uw gedachten rein, u sticht daardoor vrede en zult gelukkig zijn!”

Wanneer u dan sterk genoeg daarin bent geworden door uw eigen reiniging, dan zullen er op aarde velerlei misdaden minder vaak gebeuren dan tot dusver, waaraan velen medeschuldig zijn geweest zonder het te weten.

Tijd en plaats van zulke daden waaraan u medeschuldig kunt worden, spelen daarbij geen rol. Ook al is dit gebeurd aan de andere kant van de aarde dan waar u zich bevindt, in gebieden die uw voet nooit heeft betreden, waarvan u het bestaan in het geheel niet kent. Versterkingen door uw spelen in gedachten treffen daar doel, waar zij iets van gelijke geaardheid ontdekken, onafhankelijk van afstanden, volk en land.

Zo kunnen gedachten van haat en afgunst zich mettertijd storten op afzonderlijke mensen, groepen of gehele volken waar ze iets van gelijke geaardheid vinden, deze tot daden dwingend die in hun uiteindelijke vormen totaal verschillend zijn van die, welke aanvankelijk in uw gedachtespel ontstonden.

In zijn uitwerking kan het er dan zo uitzien als degene die de daad pleegt het op het moment van de daad voelt. Zo kunt u bijgedragen hebben aan het plegen van daden, die zo afgrijselijk zijn als u zelf in werkelijkheid nooit hebt gedacht, en toch staat u daarmee in verbinding en een deel van de terugwerking moet uw geest belasten, moet als gewicht aan hem blijven hangen wanneer hij zich van het lichaam losmaakt.

Maar omgekeerd kunt u ook nog veel sterker bijdragen aan vrede en menselijk geluk, kunt door rein en opgewekt denken deelhebben aan werken, die tot stand komen door mensen die heel ver van u verwijderd zijn.

Daarvan stroomt vanzelfsprekend ook de zegen mede naar u terug en u weet niet waarom deze tot u komt.

Als u maar één keer zou kunnen zien, hoe de onwankelbare Gerechtigheid van Gods Alheilige Wil in de zelfwerkende wetten van deze schepping steeds in vervulling gaat voor iedere afzonderlijke gedachte die u koestert, dan zou u er met al uw krachten naar streven, reinheid in uw denken te verwerven!

Daarmee bent u dan pas tot die mensen geworden, die de Schepper vol genade in zijn werk naar het weten wil leiden dat hen eeuwigheid verleent en hen tot helpers in de schepping laat worden, die waardig zijn de hoge genade te ontvangen die de mensengeest is toegedacht, om deze vol vreugde en dank door te geven en in veranderde vorm te doen toekomen aan die schepselen, die haar alleen na deze omzetting door de mens kunnen opnemen en die er nu op misdadige wijze van afgesneden blijven door de neergang van de mensengeest, nadat zij reeds konden ontstaan in tijden dat het mensdom beter was en meer was afgestemd op de reinheid van de scheppingsharmonie.

Daarmee hebt u echter dan pas één zin uit mijn Boodschap op de aarde zo doorgloeid, dat hij levend voor u is geworden!

Hij is voor u de moeilijkste, die daarna al het andere veel gemakkelijker laat worden, terwijl de vervulling ervan reeds het ene wonder na het andere aards zichtbaar, tastbaar voor u zal doen ontstaan. –

Wanneer u zich daartoe overwonnen zult hebben, dan ligt er op uw weg opnieuw een gevaar, dat voortkomt uit de verbogenheid van het menselijk denken: u zult daarin een macht ontdekken, die u maar al te graag in bepaalde vormen wilt persen om het een of andere speciale doel te dienen dat uit egoïstische wensen bestaat!

Daarvoor wil ik u nu al waarschuwen, want dit gevaar kan u verstrikken, u zou daarin ten onder gaan, nadat u al de goede weg bewandeld hebt.

Hoed u ervoor, krampachtig deze reinheid van gedachten strijdend af te dwingen, want daardoor zou u haar al in bepaalde banen persen en uw inspanningen zouden tot goochelarij worden, zouden slechts kunstmatig afgedwongen blijven en nooit die grote uitwerking kunnen hebben, die zij moeten hebben. Uw inspanningen zouden schade veroorzaken in plaats van nut te brengen, omdat de echtheid van het vrije innerlijke aanvoelen daarbij ontbreekt. Het zou weer een uiting zijn van uw verstandelijk willen, nooit echter werk van uw geest! Daarvoor waarschuw ik.

Denk aan mijn Woord van de Boodschap, dat u zegt, dat alle ware grootheid alleen maar in eenvoud kan liggen, aangezien ware grootheid eenvoudig is! Die eenvoud die ik hier bedoel, kunt u waarschijnlijk beter begrijpen, wanneer u in plaats daarvan als overgang het menselijk-aardse begrip eenvoudige natuurlijkheid zet. Dat kunt u misschien gemakkelijker begrijpen en u krijgt daarmee het juiste beeld.

Niet door gewild denken kunt u uw gedachten die reinheid verlenen die ik bedoel, maar eenvoudig-natuurlijk en onbegrensd moet rein willen uit uw aanvoeling in u opstijgen, niet in een woord geperst, dat slechts begrensd een begrip kan doen ontstaan. Zo mag het niet zijn, maar een alles omvattende drang tot het goede, die in staat is het ontstaan van uw gedachten te omhullen, deze doordringt, nog voordat ze vorm aannemen, is het juiste wat u nodig hebt.

Het is niet moeilijk, zelfs veel gemakkelijker dan de andere pogingen, zodra u maar eenvoudige natuurlijkheid laat heersen, waarin verstandelijke inbeelding van het eigen kunnen en eigen kracht niet kan opkomen. Maak u leeg van alle gedachten en laat de drang tot het edele en goede in u vrij, dan hebt u die grondslag voor uw denken die uit het willen van uw geest stamt, en wat daaruit ontstaat, kunt u dan gerust aan de werkzaamheid van het verstand overlaten voor de uitvoering in het dichtste grofstoffelijke. Er kan zich dan nooit iets verkeerds vormen.

Werp al het kwellen door gedachten ver van u en vertrouw in plaats daarvan op uw geest, die zich wel de juiste weg zal banen, wanneer u deze niet zelf dichtmetselt. Word vrij in de geest betekent niets anders dan: laat de geest in u zijn weg gaan! Hij kan dan in het geheel niet anders dan naar de lichte hoogte toestreven, want zijn geaardheid trekt hem immers zelf met zekerheid omhoog. U hield hem tot dusver tegen, zodat hij zich niet meer kon ontplooien, zijn vrije vlucht had u daarmee belemmerd, ofwel zijn vleugels gebonden.

De grondslag voor de opbouw van een nieuwe mensheid, die u niet kunt noch mag ontwijken, ligt besloten in deze ene zin: Houd de haard van uw gedachten rein!

En daarmee moet de mens beginnen! Dat is zijn eerste taak, die hem tot datgene maakt, wat hij moet worden. Een voorbeeld voor allen die naar Licht en Waarheid streven, die de Schepper dankbaar willen dienen door de aard van hun gehele zijn. Wie dat vervult, heeft geen andere aanwijzingen meer nodig. Hij is zoals hij moet zijn en zal daarmee onbeperkt de hulp ontvangen, die in de schepping op hem wacht en hem zonder onderbreking omhoog leidt.