Wat zoekt u?

Wat zoekt u? Waartoe dat onstuimige najagen? Als een storm gaat het over de wereld, en een stortvloed van boeken overstroomt alle volkeren. Geleerden graven in de oude geschriften, onderzoeken en piekeren totdat zij geestelijk uitgeput zijn. Profeten duiken op om te waarschuwen, te beloven … van alle kanten wil men plotseling als door koorts gedreven nieuw licht verbreiden!

Zo raast dit alles thans over de doorwoelde menselijke ziel heen, niet lavend en verkwikkend, maar verzengend, verterend, zuigend aan de laatste kracht die de verscheurde zielen in deze duisternis van de tegenwoordige tijd nog rest.

Ook is er hier en daar een fluisteren te vernemen, gaan er geruchten over de groeiende verwachting van iets wat komen gaat. Onrustig is iedere zenuw, gespannen door onbewust verlangen. Het bruist en golft, en boven dat alles hangt, somber broeiend, een soort verdoving. Onheilspellend. Wat moet hieruit voortkomen? Verwarring, moedeloosheid en verderf, wanneer niet met kracht de duistere laag wordt doorbroken, die geestelijk thans de aardbol omhult; die met de weke taaiheid van het stinkende moeras iedere opstijgende, vrije lichtgedachte opvangt en verstikt voordat zij voldoende kracht heeft verzameld, en die met het onheilspellend zwijgen van een moeras ieder goed willen al in de kiem onderdrukt, aantast en vernietigt, voordat er een daad uit kan ontstaan.

Maar de roep van de zoekenden om licht, die de kracht in zich heeft om het slijk te doorklieven, wordt in een verkeerde richting geleid en sterft weg tegen een ondoordringbaar gewelf, dat juist diegenen met vlijt oprichten, die menen te helpen. Zij bieden stenen voor brood!

Kijk naar de talloze boeken:

De mensengeest wordt hierdoor alleen maar vermoeid, niet opgewekt! En dat is het bewijs hoe onvruchtbaar alles is wat ze bieden. Want wat de geest vermoeit, is nooit het ware.

Geestelijk brood versterkt onmiddellijk, Waarheid verkwikt en Licht brengt tot leven!

Eenvoudige mensen moeten toch de moed verliezen, wanneer zij zien welke muren door de zogenaamde geesteswetenschap rond het generzijdse worden opgericht. Wie van hen zal de geleerde volzinnen, wie de vreemde uitdrukkingen begrijpen? Is het generzijdse dan iets wat alleen de beoefenaars van de geesteswetenschap aangaat?

Men spreekt daarbij over God! Moet er een hogeschool worden opgericht om daar pas te leren, hoe men tot inzicht in het begrip van de Godheid kan komen? Waartoe leidt deze drang, die voor het grootste deel alleen maar uit eerzucht voortkomt?

Als waren zij dronken wankelen de lezers en de toehoorders van het ene punt naar het andere, onzeker, innerlijk onvrij, vooringenomen, omdat zij van de eenvoudige weg werden afgeleid.

Luister, u die de moed dreigt te verliezen! Kijk omhoog, u die ernstig zoekt: De weg naar de Allerhoogste staat open voor ieder mens! Geleerdheid is niet de poort daartoe!

Koos Jezus Christus, dit grote voorbeeld op de ware weg naar het Licht, zijn discipelen onder de geleerde farizeeërs? Onder de schriftgeleerden? Hij nam hiervoor mensen die natuurlijk en eenvoudig waren, omdat deze niet hoefden te strijden tegen die grote dwaling, dat de weg naar het Licht slechts met grote moeite geleerd kan worden en moeilijk moet zijn.

Deze gedachte is de grootste vijand van de mens, het is een leugen!

Wend u daarom af van alle zogenaamde wetenschap, wanneer het gaat om het heiligste in de mens, dat volledig moet worden begrepen! Wend u ervan af, omdat de wetenschap als voortbrengsel van het menselijk brein stukwerk is en stukwerk moet blijven.

Bedenk, hoe zou moeizaam aangeleerde wetenschap tot de Godheid moeten leiden? Wat is eigenlijk weten? Weten is wat de hersenen kunnen begrijpen. Hoe eng begrensd is echter het begripsvermogen van de hersenen, die vast aan ruimte en tijd gebonden blijven. Wat eeuwigheid is en wat oneindigheid betekent, kunnen de menselijke hersenen al niet bevatten. Juist datgene, wat met de Godheid onverbrekelijk verbonden is.

Maar stil staan de hersenen tegenover de niet te bevatten kracht die al het bestaande doorstroomt, en waaruit ze zelf de mogelijkheid putten om werkzaam te zijn. De kracht die allen dagelijks, ieder uur, elk ogenblik ervaren als iets vanzelfsprekends, waarvan ook de wetenschap het bestaan steeds heeft toegegeven, en die men toch met de hersenen, dus met het weten en het verstand, vergeefs tracht te bevatten, te begrijpen.

Zo gebrekkig is nu de werking van de hersenen, het fundament en werktuig van de wetenschap, en deze beperking zet zich natuurlijk ook voort in de werken die de hersenen tot stand brengen, dus in alle wetenschappen zelf. Daarom is wetenschap wel geschikt om al datgene wat zij eerst van de scheppingskracht kant-en-klaar in ontvangst neemt, na te volgen om het beter te begrijpen, in te delen en te rangschikken, maar zij moet zonder meer falen, wanneer zij zichzelf tot leider wil opwerpen of kritiek wil uitoefenen, en zolang zij zich zoals tot dusver zo vast aan het verstand, dus aan het begripsvermogen van de hersenen bindt.

Om die reden blijft geleerdheid, en ook de mensheid die zich daarnaar richt, steeds in details steken, terwijl ieder mens het grote, niet te bevatten geheel als geschenk in zich draagt, volledig in staat om zonder moeizaam leren het edelste en hoogste te bereiken!

Daarom weg met deze nodeloze foltering door geestesslavernij! De grote Meester roept ons niet zonder reden toe: “Wordt als de kinderen!”

Wie de vaste wil tot het goede in zich draagt en zich inspant om zijn gedachten reinheid te verlenen, die heeft de weg naar de Allerhoogste al gevonden! Al het andere zal hem dan ten deel vallen. Daarvoor zijn boeken noch geestelijke inspanning nodig, ascese noch afzondering. Hij wordt gezond van lichaam en ziel, bevrijd van elke druk die het gevolg is van ziekelijk tobben, want iedere overdrijving schaadt. Mensen moet u zijn, geen kasplanten, die door eenzijdige ontwikkeling bij het eerste zuchtje wind bezwijken!

Ontwaak! Kijk om u heen! Luister in uw binnenste! Dat alleen is in staat de weg te openen!

Let niet op de strijd der kerken. De grote Brenger van de Waarheid, Jezus Christus, de belichaming van de goddelijke Liefde, vroeg niet naar geloofsbelijdenis. Wat zijn trouwens tegenwoordig geloofsbelijdenissen? Binding van de vrije mensengeest, tot slaaf maken van de vonk van God die in u is; dogma’s die het werk van de Schepper en ook diens grote Liefde trachten samen te persen in door het menselijk verstand voorgeschreven vormen, hetgeen omlaag halen van het Goddelijke betekent, stelselmatige ontwaarding.

Iedere ernstig zoekende wordt hierdoor afgestoten, omdat hij daarbij innerlijk nooit de grote werkelijkheid kan beleven, waardoor zijn verlangen naar de Waarheid steeds uitzichtlozer wordt en hij tenslotte aan zichzelf en aan de wereld gaat twijfelen!

Daarom ontwaak! Verbrijzel in uzelf dogmatische muren, ruk de blinddoek af, opdat het reine Licht van de Allerhoogste onvertroebeld tot u kan doordringen. Juichend zal zich dan uw geest in een vlucht omhoog verheffen, jubelend al de grote Vaderliefde voelen, die de grenzen van het aardse verstand niet kent. U weet dan eindelijk dat u deel uitmaakt van deze Liefde, begrijpt haar zonder moeite en in haar volle omvang, verenigt zich ermee, en ontvangt zo iedere dag, ieder uur nieuwe kracht als een geschenk, dat voor u het omhoogklimmen uit de chaos tot iets vanzelfsprekends maakt!